In deze blogpost wil ik mijn observaties over mijn ervaring in Oeganda oplijsten. Er zit niet echt een structuur in: het zijn losse overpeinzingen, gegroepeerd per thema.


Niets zo praktisch als een goede theorie?

Laat ik deze reflectie beginnen bij mezelf voor ik over ervaringen met de Oegandese cultuur begin te schrijven. Ik heb mezelf in dit project ervaren als een 'theoretische trien' (woordkeuze in functie van de alliteratie). Mijn houvast bleken theorieën en modellen en ik vond het moeilijk om dat heel concreet te maken naar de context waarin ik daar werkte. Ik ben niet vertrouwd met de Oegandese cultuur, het hoger onderwijs of de inhoud van de opleidingen die we daar probeerden vorm te geven en dus was mijn houvast in het proces modellen, frameworks, theorie. Ik heb het gevoel dat ik dat in dit project te weinig heb kunnen overbrengen naar de mensen met wie ik samenwerk om samen een nieuw concept uit te denken. Dat is enderzijds te wijten aan het gebrek aan samenwerkingsmogelijkheden in deze 10 dagen: ik heb veel alleen gewerkt aan zaken, zonder inbreng van de collega's die zaken kunnen contextualiseren naar de opleiding, de universiteit en wat werkt in het Oegandese hoger onderwijs of niet. Los daarvan doet het mij ook vragen stellen bij mijn praktijk als hoger onderwijsprofessional in België. Hier ken ik de academische cultuur en de context van onze hogeschool, maar sta ik ook hier vanuit een theoretisch en beleismatig perspectief (té) ver af van de praktijk van een opleiding of een docent om hen voldoende op maat te begeleiden? Zo'n project is toch een confrontatie met jezelf, je eigen denkkaders en werkmodellen en de mismatch daarmee in een praktijk die niet je eigen is.


Female power

Het is me opgevallen dat de vrouwen met wie ik samengewerkt heb in Oeganda allemaal straffe madammen zijn: altijd op post, komen met sterke nieuwe ideeën op de proppen, ze vertalen die ideeën in acties. Kortom: ze werken hard en zetten zaken in beweging. Ik wil hiermee niet zeggen dat de mannen niet bekwaam zijn of niets ondernemen, maar het is iets dat heel erg opviel: de driving force van de vrouwen met wie je samen werkt. Ik heb hier in Oeganda samengewerkt met de elite en de middenklasse uit de samenleving en mijn analyse is dat de vrouwen die erin slagen om in die lagen van de maatschappij op te klimmen veel harder hebben moeten werken dan hun mannelijke tegenhangers. De genderkloof in Oeganda is ontzettend groot op vlak van onderwijs, tewerktstelling, bezit en huiselijk geweld; de vrouwen die een plek verwerven, hebben daar vele malen harder voor moeten strijden dan hun mannelijke tegenhangers in Oeganda én vrouwen hier.

Voor wie meer wil lezen over het genderthema in Oeganda, deze link brengt je bij een rapport uit 2019 van het ministerie van gender, werk en sociale ontwikkeling: https://www.ubos.org/wp-content/uploads/publications/03_2019UBOS_Gender_Issues_Report_2019.pdf


Telefoons

In Oost-Afrika gebruiken ze al sinds 2007 een betalingssysteem op de GSM, terwijl dat bij ons nog maar de laatste 5 jaar opkomt. Ik was me er ook van bewust dat als je online samenwerkt met collega's uit Sub-Sahara Afrika dat zij heel vaak op hun mobiele data inbellen en niet op de wifi of vast internet zoals wij meestal doen. Eens dat je daar bent, zie je pas hoe alomtegenwoordig GSM's zijn.

  • Om de paar huizen is er wel een stalletje van een GSM-provider waar je airtime of mobile money kunt opladen.
  • Iedereen heeft meerdere GSM-toestellen met meerdere SIM-kaarten van verschillende providers. Naast een smartphone die je gebruikt voor internettoegang, hebben veel mensen ook nog een klassieke GSM om te sms'en en te bellen. Ik heb aan mijn bureaugenoot Ronald eens gevraagd hoe dat komt. En blijkbaar heeft iedereen mistens een nummer van elke provider, zodat je elkaar het voordeligst kunt bellen of sms'en met het nummer van dezelfde provider. Het was in het verleden ook heel gemakkelijk om nieuwe SIM-kaarten te kopen: ze werden verkocht door street vendors. Dat is ondertussen sterker gereguleerd: je kunt maximaal 5 SIM-kaarten van dezelfde provider op jouw naam hebben staan en de procedure om een nieuwe SIM-kaart te kopen is ook best ingewikkeld (zie blogpost Dual SIM).
  • GSM's zijn altijd mee: ze liggen op tafel als je eet, ze worden gebruikt om een vergadering op te nemen, foto's te maken, te filmen (echt alles wordt gefilmd). Ik hoorde een van de collega's ook zeggen dat als we met Gudie University inzetten op afstandsonderwijs we daarmee studenten verplichten om een smartphone aan te kopen om de lessen te volgen en hun taken te doen. Je leest het goed: een smartphone is het belangrijkste en toegankelijkste instrument voor online onderwijs. Een laptop is alleen weggelegd voor de happy few. Zelfs Victoria Sekitoleko (voormalig minister van landbouw) vertelde dat haar kleinzoon geen laptop ter beschikking had tijdens zijn studies en die leende van studiegenoten in ruil voor zijn hulp bij taken en opdrachten.
  • Zoals ik in de inleiding al aangaf, draait internettoegang op mobiele data. In het hotel heb je gewoonlijk wel WIFI-toegang, maar die is niet altijd stabiel en het paswoord verandert elke 3 dagen. Op dag 2 kreeg ik een Oegandese SIM-kaart en een paar dagen later leerde ik hoe ik door airtime te kopen aan zo'n stalletje internetbundels kon kopen en daarmee zowel internet had op mijn telefoon als hotspot kon spelen voor mijn laptop. Alles draait hier op die mobiele data en het systeem om je daar toegang toe te verschaffen is ook ontzettend flexibel. Ook in het reisgedeelte van mijn trip bleek het handig dat ik een Oegandees telefoonnummer had en toegang tot internet, als je 's avonds laat tegen gehouden wordt aan een parkingang en de gids geen bereik had en ik dus onze reiscoördinator kon bellen om de situatie uit te klaren.
  • Betalen met je GSM kan hier dus al meer dan een decennium. Ik vind het systeem van mobile money ook echt wel handig. Ik denk dat het gebaseerd is op SMS-technologie en het geeft dus minder foutmeldingen dan je bankapp.


Directe communicatie

Er is in Oeganda een behoorlijk directe communicatiestijl. Ik dacht van mezelf altijd dat ik naar Vlaamse normen nogal direct was, maar ik ben heel erg indirect en voorzichtig in vergelijking met mijn Oegandese collega's. Het viel me ook op dat in communicatie met mensen in een serviceberoep zeer directief is: 'Doe nu dit', terwijl ik eerder gewend ben om iets te vragen in die omstandigheden,

dan iemand te zeggen wat hij/zij moet doen. Daarbij komt nog dat ik als witte persoon er heel erg op wil letten dat je niet arrogant of discriminererend, laat staan racistisch overkomt op de mensen hier. Je wil net respectvol zijn in de omgang.

Ik vraag me af of de directe communicatiestijl samengaat met de meertaligheid in het land. In Oeganda worden een 70-tal talen gesproken; Engels is hier, samen met Swahili of Luganda, de lingua franca. Maar Engels is voor de meesten ook de tweede taal; niet iedereen beheerst Engels even goed, laat staan dat je alle indirecte finesses van de Britten onder de knie hebt (short answers, remember?). Het zou kunnen dat de directe communicatiestijl voortkomt uit een soort behoefte aan duidelijkheid omdat iedereen communiceert met elkaar in een vreemde taal. Het is wellicht duidelijker als je heel direct zegt waar het op staat dan dat je je boodschap verpakt in beleefde, indirecte formuleringen waar de tegenpartij kop nog staart van kan maken.

En als fait divers voeg ik nog even toe dat ik ooit gehoord heb dat de directe communicatiestijl van de Nederlanders voortkomt uit hun strijd tegen het water. Arbeiders moesten in gevaarlijke omstandigheden dijken en waterkeringssystemen bouwen. Als er gevaar van het water dreigde, had je niet de tijd om heel erg beleefd daar iedereen op te wijzen: je gaf directe instructies: 'Doe dit. Doe nu zo.', in functie van de veiligheid van iedereen die daar aan het werk was.

Wie meer inzicht heeft in taalsociologie en linguistiek, mag gerust verbeteren of aanvullen hoe dat zit met directe communicatie in Oeganda (en Nederland)/


Veiligheid

Wat mij wel vaker opvalt als je reist, is dat je in heel wat andere landen veel meer 'veiligheidsmaatregelen' ziet dan hier (ook al worden wij waarschijnlijk op elke hoek van de straat gefilmd door een of andere beveiligingscamera waarvan we geen weet hebben). En in tegenstelling tot wat de zinsnede 'Meer blauw op straat' insinueert, geven meer veiligheidsmaatregelen mij niet per sé een veiliger gevoel; Eerder een gevoel van 'hoe onveilig is het hier als al die veiligheidsmaatregelen nodig zijn?'.

Dus ook in Oeganda zie je - vooral in de steden of op toeristische plekken - heel veel poorten, prikkeldraad en veiligheidsagenten. Zowel in het hotel als op GLF ben ik de eerste keer aan die veiligheidsagenten gaan vragen hoe ik mij moet aanmelden of identificeren, maar dat blijkt niet per sé nodig. Ik heb eens gevraagd waarom al die veiligheidsinfrastructuur nodig is en ik kreeg als antwoord dat het vooral preventieve maatregelen zijn om mensen met slechte ideeën af te schrikken om te proberen in te breken of iets te stelen. Ik moet zeggen dat ik na een paar dagen in het hotel inderdaad de indruk had dat de veiligheidsagenten eerder de rol opnamen van parkeerwachter, dan dat er echt gecheckt werd wie er in en uit het hotel liep. Op de parking van het hotel werd regelmatig dubbel of zelfs driedubbel geparkeerd en dat moet gemanaged worden op moment dat er iemand de parking oprijdt of wil verlaten.


Oorlog in Oekraïne

Als conversation starter begon men vaak tegen mij over de oorlog in Oekraïne en wat ik daarvan dacht. De oorlog in Oekraïne leeft hier in België en Europa heel erg, omdat die oorlog zo dichtbij is en omdat Poeting de oorlog verantwoordt vanuit de de dreiging van de NAVO, waar heel wat Europese landen deel van uitmaken. Hoewel we niet in oorlog zijn, zijn we wel heel erg betrokken partij, om nog maar te zwijgen over (de impact van) de economische sancties van Europa tegen Rusland.

Omdat die oorlog hier in Oeganda een pak verder weg is, had ik niet gedacht dat het thema hier zo sterk zou leven. Laat ons eerlijk zijn, wat weten wij over de conflicthaarden die op dit moment heersen in Libië, Zuid-Soedan, de Centraal-Afrikaanse republiek of Ethiopië?

Maar zoals dat gaat in een geglobaliseerde economie voelt men ook hier in Oeganda de impact van de oorlog in Oekraïne en heel concreet in de graanprijs en de benzineprijs. De gestegen graanprijs zorgt zelfs voor een mogelijke voedselcrisis in de drogere gebieden van Oeganda. Ik las daar in de krant over voedselprogramma's die worden opgezet om in Karamoja een hongersnood te voorkomen. Daarnaast is benzine ook erg duur geworden. Op het moment dat ik daar was stond de benzine op 1,5 dollar voor een liter en was die met meer dan 50% gestegen tov een jaar eerder. Op datzelfde moment stond de benzine hier op meer dan 2 euro voor een liter (en de dollar en de euro stonden toen op hetzelfde niveau :-)). Op het eerste zicht lijkt het dan alsof wij er hier in Europa het bekaaidst vanaf komen, maar als je de gigantische loonkloof in acht neemt tussen onze lonen en de lonen in Oeganda (vb. mensen in de horecasector verdienen in Oeganda ongeveer 600.000 shilling per maand, ongeveer 155 euro) en ook nog eens meerekent dat ze daar allemaal met van die grote gasguzzling auto's rijden, dan besef je hoe duur die benzine moet zijn voor Oegandezen. (Ze konden daar bijna niet geloven dat mijn kleine autootje in België maar 6,3 liter per 100 km verbruikt en dat mijn vorige (diesel)auto zelfs maar rond 4 l per 100 km zat) Meer en meer mensen laten hun auto vaker staan (Ze rijden op maandag met de auto naar het werk en gaan de rest van de tijd te voet, om dan vrijdagavond met de auto terug te rijden om die in het weekend ter beschikking te hebben van hun gezin), ze doen hun eigen motorfiets weg en delen een met een vriend/familielid/collega als ze toch gemotoriseerd transport nodig hebben. Ik voorspel een heropbloeiing van de fietsvervoer in Oeganda (zie je nu alleen nog op het platteland), al zijn elektrische fietsen niet voor morgen omwille van de onstabiliteit van het elektriciteitsnetwerk. Al valt er misschien iets te zeggen voor een fietsbatterij die je rechtstreeks met zonne-energie kunt opladen.

En ook gas is duurder geworden, al gebruikt men dat in Oeganda quasi alleen om te koken. Zo'n blauwe bus buttagas voor een gasvuur kostte nu om en bij de 30 dollar. Dat verbleekt natuurlijkt in het niets met mijn gasrekening van meer dan 200 euro per maand, maar opnieuw met een loon van 155 euro per maand komt de aankoop van een gasfles op 1/5de van je maandloon.

De conclusie voor mij is toch wel dat wat er bij ons in het Westen gebeurt altijd een grote impact heeft op de rest van de wereld en dat dat omgekeerd voor conflicten in minder ontwikkelde economieën niet geldt, waardoor wij weinig weten, horen of impact voelen van een sluimerend conflict in de Centraal-Afrikaanse Rupubliek. Ik moet ook eerlijk bekennen dat ik meestal op de vlakte bleef bij vragen over de oorlog in Oekraïne. Ik kan niet inschatten hoe men hier tegenover de rol van Rusland, de NAVO of Europa staat.