Het was een nacht met weinig slaap. Het hotel ligt in een volksbuurt van Entebbe en er is hier de hele nacht door gefeest. Het hotel is geen hoogvlieger op vlak van service en hygiëne, al heb ik hier een appartement ter beschikking met twee slaapkamers, twee badkamers, ruime zithoek (met dode salamander tegen de muur) en een keuken.

Ik sta op mijn gemak op en begin terug mijn gerief te reorganiseren voor de valies. Vandaag gaan we nog naar het strand. Die spullen moet ik nog even aan de kant houden. Ik neem mijn reisgids erbij en lees dat er in 1976 op de luchthaven van Entebbe een Israëlisch vliegtuig gegijzeld werd door Palestijnse terroristen. Er is een herdenkingsplek ingericht, niet op de plek van de gijzeling (al is de luchthaven ondertussen verhuisd) en met een vliegtuig dat ze nageschilderd hebben als het Israëlische vliegtuig. Het debacle met het fort in Nakasero in gedachte, besluit ik het niet te gaan zoeken. Er is ook een botanische tuin in Entebbe, aangelegd door de Britten eind 19de eeuw. Dat lijkt me wel wat (en is makkelijk te vinden op Google Maps). Ik heb om 11u nog niets gehoord van Ninah of Latiff en ik stuur een berichtje om te laten weten dat ik graag naar de Botanische tuinen wil gaan en dat ik alvast te voet vertrek. Dat was niet de bedoeling, blijkbaar en dus krijg ik orders om te wachten op de auto.

Aan de Botanische tuin regelt Latiff een gids en dat is allemaal nog op de kosten van de reisorganisatie blijkbaar. Onze gids leidt me rond door het park, maar ik heb de indruk dat hij maar sporadisch zaken weet over de fauna en flora van het park. Hij weet ons wel te vertellen dat de eerste Tarzanfilm met Johnny Weissmuller hier in de botanische tuin is opgenomen. Her en der wordt er een boom of een bloem benoemd en van waar uit de wereld die komt. Er zitten ook 3 soorten apen in het park, waarvan we twee soorten te zien krijgen op onze trip en eentje uitgebreid kunnen fotograferen. Onze gids vertelt ook over het chimpansee-eiland dat verderop in het Victoriameer ligt. Ik had er al van gehoord, maar de gids vertelt erbij dat het eiland eigendom is van niemand minder dan de chimpanseegoeroe Jane Goodall.

Na de rondleiding vraag ik of ik nog even in het park mag blijven. Gewoon wat rondlopen, in het heetst van de dag bij de bomen schuilen voor de zon. Er gaat een of ander familie-event door in de botanische tuin en bij het meer is het dan ook een drukte van jewelste.

Ik had vanmorgen tijdens mijn opzoekingswerk gezien dat er een ViaVia-hotel is in Entebbe met restaurant en bar. Ik zou daar graag willen gaan lunchen, ervan uitgaande dat glutenvrij geen vreemd concept is bij ViaVia. Naar de ViaVia rijden, blijkt niet zo eenvoudig. Google Maps is blijkbaar niet zo betrouwbaar in Oeganda eens je de hoofdwegen verlaat. Latiff belt het hotel of ze iemand kunnen sturen die ons voorrijdt. Er komt even later een bodaboda die ons de weg toont naar de ViaVia en we bestellen lunch met een Oegandese gin-tonic. De ViaVia is prachtig gelegen (met aapjes in de tuin) en toch vlakbij het centrum en de luchthaven van Entebbe.

Na de lunch naar het strand. Ook daar moet een toegansfee betaald worden (blijkt 5000 Shilling ofte €1,2). Op het White Sand -strand is het ontzettend druk. We zetten ons aan het bargedeelte van het strand (ik ben niet van plan om te zwemmen in het Victoriameer, omwille van het risico op parasieten) en ik pak mijn boek erbij. De sfeer op het strand is uitgelaten. Zondag is dé dag voor de lokale bevolking om naar een van de stranden in Entebbe te gaan.

Tegen 18u ga ik terug naar het hotel. Om middernacht is het vertrekken naar de luchthaven voor de terugvlucht.