Laatste werkdag op GLF. Ik sta om 7u op en begin om mijn valiezen te herorganiseren. De komende dagen is het vaak reizen en dan wil ik dat alles wat ik die laatste dagen nog nodig heb in een valies past. Ik begin dus te puzzelen wat ik waar moet opbergen. Tegen 8u45 realiseer ik mij dat ik mij moet haasten voor het ontbijt. Buiten fruit is er niet direct nog iets glutenvrij te krijgen. Ontbijt is dus een banaan, 4 stukken watermeloen en een mango die ik de dag voordien gekocht heb. (Die diepgeeloranje kleur die het vruchtvlees van de mango's hier hebben, dat zie je bij ons niet).

Na alle inpakgedoe ga ik naar de farm voor mijn laatste werkdag. Ik begin met werken aan een toetsbeleidprotocol. Ik hoop dat ik in de namiddag nog even kan samenzitten met de collega's van het Agriculture programme om door het 4C/ID-model te gaan.


Er zijn 's morgens nog niet veel collega's op de farm. Ik zoek hopeloos naar Jenny, Herietta, Molly en Bon om hun armband af te geven die ik zondag in Kampala voor hen kocht. Het kaartjesdebacle heb ik opgelost. Op mijn bureau lag al die tijd een rol papiertape. Ze gebruiken dat hier om alles mee te labelen (gelijk wij dat vroeger ook deden in de Chiro). Ik maak labels uit papiertape. Het raam van het bureau van Molly en Henrietta staat open en ik probeer via het raam hun armbanden op hun tafel te leggen. Die van Jenny leg ik op haar bureau in de clinic. Anicia is wel op haar kantoor. Ik geef haar de armband en ze is ontzettend blij met het gebaar en de boodschap.


In de namiddag ga ik naar de clinic om Robert te spreken. Jenny heeft daar ondertussen haar armband gevonden. Emmanuel heeft opgevangen dat de dames zo'n armband gekregen hebben en de boodschap die erbij hoort en vraagt zich af welk cadeau er komt voor de mannen en welke boodschap daar bij zal horen, aangezien ik vind dat 'the girls run the show' (oeps). Ik spreek met Emmanuel nog eens de learning outcomes en de evaluatie-aanpak voor Public Health door. Tegen 16u zitten we samen met de junior staff van het Agriculture programme om door het 4C/ID-model te gaan. Ze zijn enthousiast tot ik aan de toepassingsoefening begin en dan blijkt het toch moeilijker om alles een plaats te geven in het curriculum. Gelukkig is Emmanuel een hele steun om het gesprek vlot te krijgen. Bon komt een kijkje nemen in onze zaal. Ik had voor haar ook nog een armband en haar van de hele dag nog niet gezien. Ik overhandig hem en zie het gezicht van Emmanuel vertrekken. Ik licht toe aan de groep dat door de genderongelijkheid dames als Bon twee keer zo hard hebben moeten werken dan de mannen die op een gelijk niveau staan. Emmanuel geeft me gelijk. Hij voegt er aan toe dat ze misschien wel 20 keer zo hard hebben moeten werken. Ik had een armband teveel gekocht en geef die aan Emmanuel. Hij doet 'm gelijk om. Even hard gewerkt als the girls.

Dan krijg ik telefoon van Gudula: 'waarom mijn overleg niet in de boardroom doorgaat?' 'Omdat de boardroom niet vrij was', leg ik uit. Ze zegt dat de boardroom wel beschikbaar is en vraagt me om de groep naar daar te brengen. Als we aankomen aan de boardroom blijkt daar een afscheidsfeestje gepland te zijn. Ik krijg thee en pannenkoeken (cassave en banaan = glutenvrij). Er volgt een gebed en speeches en cadeaus, cadeaus, cadeaus. Ik ben op dit eigenste moment nog aan het puzzelen om alles in mijn twee (!) valiezen te krijgen. Het feest wordt afgesloten met de Plopdans en de Chicken Dance (de vogeltjesdans).


Aangezien mijn tijd op de universiteit ten einde loopt, wil ik de SIM-kaart die ze me gegeven hebben terug geven. Vanaf nu zal ik niet meer constant bereikbaar zijn, alleen als de WIFI van het hotel het doet. Ik geef mijn SIM-kaart terug aan Jenny vlak voor ze naar huis vertrekt. Ik kom Gudula in de gang tegen en ze verklaart me gek dat ik die SIM-kaart nu al teruggeef. Ik ben nog 5 dagen in Oeganda, hoe moet dat zonder internet? Ik besluit om dan zelf nog maar een SIM-kaart op eigen rekening te kopen. Ronald, met wie ik de afgelopen dagen een bureau deelde, loopt met me mee naar een winkeltje. We wandelen richting hetzelfde rondpunt tot waar ik gisteren gewandeld ben. In de eerste twee telefoonwinkeltjes vangen we bot, geen SIM-kaart te krijgen. Het GSM-winkeltje op het rondpunt kan ons wel een SIM-kaart verkopen, maar ze hebben ID nodig. Ik geef mijn identiteitskaart. Dan vraagt ze mijn visum, maar ik heb mijn paspoort niet bij. Ik kan eventueel wel de mail met mijn visum laten zien. Ronald biedt aan om de kaart op zijn naam te kopen. Hij geeft zijn ID en dan moeten er formulieren ingevuld worden. Dat duurt eindeloos lang. Dan moet Ronalds vingerafdruk gescand worden (op een mobiel toestelletje waarvan ik eerst dacht dat het een e-ID-lezer was) en moet er een pasfoto gemaakt worden. Ik voel me gelijk een beetje schuldig dat ik dit Ronald aandoe voor een SIM-kaart. Ik moet ook codes ingeven voor Mobile Money, iets dat lijkt op Airtime, maar een beetje anders. Met Mobile Money kun je ook betalen op restaurant (een soort prepaid Payconiq). Ik schat dat ik ongeveer 1 à 2 GB data zal nodig hebben de komende dagen. Dat zou ongeveer 5000 shilling kosten. Ik vraag om alvast 10.000 shilling aan Mobile Money op mijn nummer te zetten. Ik geef een briefje van 20.000 en uiteraard wordt er 20.000 op mijn nummer gezet. Tenzij ik nog ergens mijn drankjes ofzo met Mobile Money betaal, heb ik dus voortaan een Oegandese SIM-kaart met 15.000 shilling aan Mobile Money op die pas over 37 jaar vervalt. Wie de komende 37 jaar naar Oeganda reist, mag ze altijd eens lenen om daar te kunnen bellen en mobiele data te kopen. En als ze vragen hoe je heet, dan ben je Chairman Ronald.